Het recente ontslag van twee bewindvoerders door de rechtbank Overijssel, betekent ook een forse kostenpost voor de gemeenten. Zo ontsloeg de rechtbank in mei de Enschedese bewindvoerder Belana, die voor ongeveer 200 mensen – voornamelijk Twentenaren – de financiën beheerde. Voor die mensen is een nieuwe bewindvoerder gevonden.

„Maar die wil weer een nieuw intakegesprek doen. In Enschede gaat het om 68 mensen. Wij moeten dan 68 keer een intake van 680 euro betalen”, rekent wethouder Arjan Kampman voor. Enschede weigert te betalen, omdat de gemeente vindt dat de verantwoordelijkheid bij de rechtbank ligt. De rechtbank is het daar niet mee eens. Een oplossing is er nog niet.

En ook de reguliere kosten lopen verder op. Omdat steeds meer mensen beroep doen op bewindvoering. Zo was Hengelo in 2015 nog 559.000 euro kwijt en in 2017 al ruim een miljoen euro. Sinds de wet vijf jaar geleden versoepeld werd, is de drempel om voor bewindvoering in aanmerking te komen alleen maar lager geworden. Bewind aanvragen moet bij de kantonrechter. Die bepaalt of het wordt toegewezen en wie dan de bewindvoerder wordt.

Daar knelt voor de gemeenten ook de schoen. Want zij krijgen facturen van bewindvoerders uit het hele land. „In Almelo hebben we iemand met een bewindvoerder uit Zeeland. Waarom?”, vraagt wethouder Arjen Maathuis van Almelo zich af.

Veel liever doen de gemeenten zaken met bewindvoerders uit de regio. Onder andere om gemakkelijker afspraken te maken over uitstroom uit het bewind. Bijvoorbeeld door namens de gemeente een begeleider in te zetten, die cliënten helpt om hun geldzaken weer zelf te gaan regelen. Nu is de prikkel voor bewindvoerders om cliënten weer op eigen benen te krijgen veel te klein, vindt Kampman. „Als de bewindvoerder facturen kan blijven sturen, heeft hij er echt geen belang bij om cliënten kwijt te raken.”

klik hier voor de bron